Lokale heffingen
Bij de vergelijking van de belastingdruk per huishouden (bruto-woonlasten) van Houten met de andere gemeenten uit de provincie Utrecht neemt Houten in 2018 evenals in 2017 de 7e plaats in. Daarbij is de 1e plaats voor de goedkoopste gemeente van de 26 Utrechtse gemeenten. De calculatie voor de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens (mphh) die Coelo hanteert, resulteert voor Houten in een bedrag van € 687 en landelijk een 104e plaats (in 2017 positie 100).
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor we geen maatregelen hebben getroffen, maar wel van materiële betekenis kunnen zijn. Naarmate het weerstandsvermogen hoger is, zijn we financieel meer in staat de tegenvallers die uit deze risico’s voortkomen, op te vangen.
De weerstandscapaciteit zijn middelen die vrij besteedbaar zijn zonder aanpassing van begroting of beleid en bestaat uit het vrije deel van de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en begrotingspost onvoorzien. Onderstaande tabel laat de omvang hiervan zien (€ 4,3 mln).
Weerstandscapaciteit | 1-1-2018 | 31-12-2018 | 1-1-2019 |
---|---|---|---|
Vrij deel algemene reserve | 2.650 | 2.650 | 2.650 |
- provinciale minimumnorm | 2.480 | 2.496 | 2.496 |
- boven de provinciale minimumnorm | 170 | 154 | 154 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 1.220 | 1.620 | |
Stelpost onvoorzien | 61 | 62 | |
Totaal | 3.931 | 2.650 | 4.332 |
De risico’s uit de begroting 2018 hebben zich niet voorgedaan of zijn niet afgewenteld op de weerstandscapaciteit. Hierdoor is het vrij besteedbare deel van de algemene reserve ongewijzigd gebleven en bedraagt op 1 januari 2019 € 2,65 miljoen. Uitgangspunt hierbij is dat het jaarrekeningresultaat 2018 niet aan het vrije deel van de algemene reserve wordt toegevoegd.
Met een omvang van € 2,6 mln blijven we overigens voldoen aan de minimumnorm die de provincie aan de vrije reserve stelt. Vanuit haar rol als toezichthouder hanteert de provincie als norm een omvang gebaseerd op € 50 per inwoner. Met een inwonersaantal van 49.931 inwoners eind 2018 vereist de reserve een minimumomvang € 2,5 mln. Dit is het geval.
De financiële gevolgschade van onze risico’s schatten we in op € 4 mln. De belangrijkste hiervan zijn:
- Onvoldoende transformatie in de (jeugd)zorg en maatschappelijke ondersteuning (€ 0,9 mln);
- Onvoldoende groei gemeentefonds voor het Sociale Domein (a.g.v. systematiek ‘trap op, trap af' (€ 0,5 mln);
- Landelijke hogere beroep op vangnetregeling met lagere gemeentelijke BUIG-uitkering tot gevolg (€ 0,4 mln).
Met een weerstandscapaciteit van € 4,3 en gevolgschade van onze risico’s van € 4,0 mln komt de ratio van het weerstandsvermogen uit op 1,1. Volgens de uitgangspunten van het beleidskader ‘Risicomanagement en Weerstandsvermogen’ is deze uitkomst als ‘voldoende’ te kwalificeren. Continue monitoring blijft echter geboden, ook al omdat ontwikkelingen voorzien zijn (de zogeheten kwalitatieve risico’s) die op termijn tot een risico kunnen leiden en mogelijk op het weerstandsvermogen een aanspraak doen.
Financiering
Houten is in 2018 ruim binnen de renterisiconorm gebleven (risico met betrekking tot herfinanciering en renteherziening). De kasgeldlimiet is drie kwartalen overschreden (limiet voor de financiering met kort geld). Reden hiervoor zijn de achterblijvende grondverkopen in 2018. Vanwege de lage rente is de financieringsbehoefte zoveel mogelijk met kasgeld gefinancierd. In totaal is € 15 miljoen aan vaste leningen aangetrokken waarvan € 10 miljoen ten behoeve van het grondbedrijf. Door deze consolidatie bleven we in het 4e kwartaal binnen de kasgeldlimiet.
Houten draagt in 2018 landelijk positief bij aan het EMU-saldo. De schuldpositie daalt ten opzichte van 2017. De nacalculatorische omslagrente komt in 2018 afgerond uit op 1,5% en is daarmee gelijk aan de begrote omslagrente. Met betrekking tot de wet schatkistbankieren heeft Houten de gemiddelde drempelwaarde van € 0,9 miljoen in 2018 niet overschreden.
Bedrijfsvoering
In 2017 is gebleken dat een ambtelijke fusie met Wijk bij Duurstede geen goede oplossing vormde voor de noodzakelijke structurele versterking van de Houtense organisatie. In de periode eind 2017 – begin 2018 heeft vervolgonderzoek zich daarom gericht op het in beeld brengen van de versterkingsnoodzaak (omvang en inhoud) en de beschikbare herinvesteringsruimte (financieel en formatief) in eigen huis.
De uitkomsten van dit onderzoek leidt nu tot (formatieve) versterking van de organisatie. Via herijking van de organisatiestructuur is de organisatie in staat gebleken om een groot deel van de versterkingsnoodzaak (€600.000) zelf te realiseren. De resterende benodigde € 400.000 heeft de raad op 13 november 2018, bij de besluitvorming over de begroting 2019-2022, beschikbaar gesteld.
Naast dit alles is in 2018 ook een meerjarig programma Organisatieontwikkeling van start gegaan. Onder het motto 'Persoonlijk Verbinden en Professioneel Vernieuwen' wordt de komende vier jaar gewerkt aan de (door)ontwikkeling van de kwaliteit van de organisatie.
Met de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn diverse maatregelen genomen waaronder het aanstellen van een Functionaris Gegevensbescherming.
In de paragraaf Bedrijfsvoering wordt nader ingegaan op bovengenoemde ontwikkelingen.
De stand van de bestemmingsreserve Organisatieontwikkeling bedraagt per 31 december 2018
€ 1,957 miljoen. Deze bestemmingsreserve wordt vooral ingezet voor flankerend personeelsbeleid / loopbaanoriëntatie. Conform het besluit van de raad bij de perspectiefnota 2018 mogen, tot en met het verantwoordingsjaar 2019, de voor- en nadelen op beïnvloedbare formatie- en loonsom-gerelateerde budgetten worden verrekend via deze bestemmingsreserve. In 2018 zijn de incidentele voor- en nadelen op deze budgetten verrekend met de bestemmingsreserve Organisatieontwikkeling en ingezet om de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen.
De mutaties en de stand per 31 december 2018 zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Prognose bestemmingsreserve Organisatieontwikkeling | x € 1.000 | ||
Stand per 1 januari 2018 | 1.269 | ||
Onttrekkingen: Toevoegingen: | 38 200 | ||
Stand per 31 december 2018 | 1.957 |
De middelen per 31 december 2018 zijn als volgt te specificeren:
- Restant impulsbudget: € 0,082 miljoen (deels in 2018 al verplichtingen aangegaan)
- Werkbudget t.b.v. aanpassing organisatiestructuur: € 0,200 miljoen
- Flankerend personeelsbeleid / loopbaanoriëntatie: € 1,557 miljoen (voor € 1,499 miljoen al verplichtingen aangegaan op basis van besluiten in 2018 voor 2019-2022. Restant € 0,058 miljoen beschikbaar voor nieuw flankerend personeelsbeleid / loopbaanoriëntatie in 2019).
- Diversen : € 0,118 miljoen (onder andere informatiebeleid, dienstverlening, citymarketing en stedenbouwkundige visie)