Programma in vogelvlucht
Inleiding
Het programma Samen leven omvat een breed spectrum aan onderwerpen. Het heeft betrekking op samenlevingsopbouw, gezondheid, hulp en ondersteuning, maar ook op onderwijs, werk & inkomen, werkgelegenheid, sport en cultuur. Het is gericht op alle inwoners van alle leeftijden.
Hoofddoel van het programma Samenleving (en het Programma Sociale Kracht 2017-2020) is 'Iedereen doet mee' (participatie);
Alle Houtenaren hebben een veilige plek om te leven, kunnen een zinvol bestaan leiden en nemen naar vermogen volwaardig deel aan de maatschappij. Inclusie is daarbij de rode draad die door het hele programma heen loopt.
De vijf subdoelen zijn:
- Mensen in Houten zijn duurzaam in staat zelfstandig te functioneren en regie te voeren over hun eigen huishouden.
- Kinderen en jongeren in Houten groeien op in een stimulerende, gezonde en veilige omgeving.
- Mensen in Houten kunnen naar vermogen meedoen in de samenleving.
- Mensen in Houten steunen elkaar en zetten zich in voor hun omgeving.
- Mensen in Houten hebben gelijke kansen op gezondheid.
a. Binnen het Programma Sociale Kracht ligt de focus op:
Integrale sturing op een aantal complexe inhoudelijke thema’s
Het gaat daarbij om thema’s, over de verschillende decentralisaties en leefgebieden heen, waar verschillende systeemwerelden elkaar treffen, die verschillende soorten interventies vereisen en die meerdere jaren in beslag nemen. In het programma Sociale Kracht zijn deze thema's in de volgende vijf programmalijnen ondergebracht:
- Meedoen naar Vermogen
- Passend zelfstandig wonen
- Voorkomen is beter
- Samen sterk
- Integrale arrangementen
b. Integrale sturing op een aantal randvoorwaarden
Veel ontwikkelopgaves waar we nu aan werken, gaan in feite over het creëren van randvoorwaarden:
- Leidende principes voor het handelen (zo zijn onze manieren)
- Inrichtingsprincipes (zo hebben we het georganiseerd)
- Financiële keuzes en bekostiging
- Effectmeting
De uitdaging is, om een lokaal netwerk van maatschappelijke zorg en ondersteuning te ontwikkelen, waarmee inwoners thuis nabij op alle leefgebieden (welzijn, ondersteuning, werk, inkomen, wonen, etcetera) op maat worden geholpen tegen minder kosten.
Dat vereist een transformatie van het zorglandschap, waarbij 2e lijnszorg en ondersteuning meer 'van de bossen naar de buurten' wordt gebracht en ontschot georganiseerd is.
De veranderopgave in de ondersteuningsstructuur voor de komende jaren is als volgt samen te vatten:
- Versterking van de 0e lijn gericht op preventie:
- Doorontwikkeling van de scharnierfunctie van de 1e lijn:
- een integrale werkwijze binnen de 1e lijn
- soepele op- en afschaling tussen 0e, 1e en 2e lijn
- ontschotte arrangementen
- Vergroten van de effectiviteit en efficiency in de 2e lijn:
- afbouw en ambulantisering van de residentiële zorg
- ontwikkeling nieuwe woon-zorgconcepten
- versterking pleegzorg / gezinsvormen
Effectindicator:
Doel | Omschrijving | Bron | Realisatie | Raming | Realisatie | ||
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||||
1 | Sociale Kracht. | Monitor Sociale Kracht (score 1-10 | X | 7,7 | 7,7 | 7,6 | 7,8 |
Behaalde maatschappelijke doelen
Maatschappelijke effecten
Houten staat er relatief goed voor, maar heeft ook een aantal maatschappelijke uitdagingen. De vergrijzing manifesteert zich in een New Town als Houten als een forse demografische omslag. Het gaat erom die goede uitgangssituatie vast te houden en tegelijkertijd tijdig en slim te anticiperen op de veranderingen die aanstaande zijn.
Als je de resultaten vergelijkt met vorige metingen, kun je zeggen dat er op hoofdlijnen weinig of niets is veranderd.
De belangrijkste bevindingen uit de Monitor Sociale Kracht 2017 op hoofdlijnen zijn:
- Houten scoort over het algemeen goed als het gaat om de Sociale Kracht van inwoners. Het voorzieningenniveau is hoog, de dienstverlening is bovengemiddeld en het is veilig in Houten.
- De verschillen met voorgaande metingen zijn klein, hetgeen betekent dat de situatie op hoofdlijnen onveranderd is gebleven. Wel is er sprake van een stabilisering van de financiële zelfredzaamheid na een verbetering vorig jaar en de veiligheidsbeleving lijkt gestaag toe te nemen.
- Op wijkniveau doen zich wel verschuivingen voor. In Noord-West neem de Sociale Kracht wat af, waarschijnlijk onder invloed van de toenemende vergrijzing in deze wijk. In Zuid-West neemt daarentegen de Sociale Kracht juist toe. Met name de eenzaamheid neemt er af. Mogelijk doordat deze betrekkelijk nieuwe wijk de afgelopen jaren meer gerijpt is in sociaal opzicht.
- De sociale samenhang in de buurt - één van de zeven pijlers van sociale kracht - is nog steeds de ‘zwakste schakel’. Maar dit ligt niet aan de sociale inzet van Houtenaren in het algemeen. Althans die ligt landelijk gezien iets boven het gemiddelde. Zo verricht bijvoorbeeld ongeveer de helft van de inwoners vrijwilligerswerk. Wel is het aandeel inwoners dat heel dicht bij huis hulp aan buren verleent landelijk gezien laag.
- Vergeleken met voorgaande jaren neemt het aandeel inwoners dat (zeker of waarschijnlijk) kan terugvallen op anderen geleidelijk toe. Dat neemt niet weg dat nog steeds 3% van alle inwoners niemand heeft om op terug te vallen. Dit aandeel is nog wat hoger (7%) onder de mensen die problemen ervaren met dagelijkse bezigheden. 6% van de inwoners in Houten voelt zich bovendien in aanzienlijke mate eenzaam.
- Het Centrum neemt te midden van alle gebieden de zwakste positie in als het gaat om sociale kracht. Desondanks lijkt de situatie hier licht te verbeteren.Mogelijk ligt hier een relatie met de extra inzet van onder meer Van Houten&co gericht op bewoners van het centrumgebied.
Het behoud van deze goede “score” is al een uitdaging op zich, zeker gezien de verwachte impact van de dubbele vergrijzing. Daarbij is het ook raadzaam om realistisch te zijn: immers, niet alles is maakbaar.
Juist met het oog op die vergrijzing, is de voornaamste uitdaging dat we in Houten voldoende naar elkaar omzien en dat inwoners tijdig anticiperen op hun veranderende leef/woonsituatie waardoor een andere passende woning nodig is. Hoewel de sociale kracht in Houten onverminderd sterk is, zien we dat een deel van onze inwoners minder zelfredzaam is en minder participeert. We zien tegelijkertijd dat er nog een onbenut potentieel is van mensen die zich voor een ander willen inzetten.
Prestaties
In de begroting zijn diverse prestatie-indicatoren opgenomen. Onderstaand wordt schematisch weergegeven welk percentage van de geplande kwalitatieve prestatie-indicatoren is gerealiseerd:
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt is 68% gerealiseerd. De belangrijkste resultaten worden hieronder nader toegelicht.
Gerealiseerde prestaties
Anders dan het percentage van 67% wellicht doet vermoeden, was 2018 een belangrijk oogstjaar: In essentie is in 2018 voortgebouwd op dat wat al 2017 al is ingezet en is doorgepakt op kansen voor verdere integratie en vernieuwing, i.h.b. op het gebied van preventie, de verbinding tussen wonen en zorg (ruimte en samenleving) en de lokale aanpak van werk. Ruim 20 pilots en experimenten, zoals die de
afgelopen jaren samen met partners en inwoners binnen het Programma Sociale Kracht werden uitgevoerd, kwamen tot afronding. Bovendien werd intensief werk gemaakt van maatregelen gericht op kostenbeheersing jeugdhulp. Het gewicht van die resultaten, komt niet goed terug in de inkleuring van bovenstaande tabel.
In 2018 is vooral veel aandacht uitgegaan naar de implementatie van maatregelen, afspraken en nieuwe werkwijzen:
- In 2018 heeft de oprichting en inrichting van de Stichting Sociaal Team zijn beslag gekregen. Met de verzelfstandiging wordt de uitvoering op afstand gezet, zodat de stichting vanuit de eigen professionaliteit effectief kan werken aan de noodzakelijke ontwikkelopgaven, maar tegelijkertijd is ook gekozen voor een vorm waarin het college sturing blijft houden op de kwaliteit van de zorg, de financiën en de transformatie.
- Verschillende maatregelen in het kader van de taskforce inhoud gestuurde kostenbeheersing zijn in samenspraak met de Stichting Sociaal Team in uitvoering gebracht.
- Er zijn veel pilots uit het programma sociale kracht tot een afronding gekomen en er is met uitvoeringsorganisaties gekeken, hoe de resultaten geborgd konden worden in de lokale infrastructuur. De pilot ombudsfunctionaris is bijvoorbeeld geëvalueerd en structureel voortgezet. In samenspraak met de Adviesraad Sociaal Domein en met de Stichting Sociaal Team wordt de rol en positionering van deze functie verder doorontwikkeld.
- Het onderwijsveld, sociaal team en de gemeente hebben elkaar steeds vroeger weten te vinden, waardoor casuïstiek meer integraal aangepakt kon worden. In dit kader zijn ook enkele OnderwijsZorgArrangementen (OZA's) tot stand gekomen.
- De maatregelen op het gebied van jeugd & veiligheid (onder meer huiselijk geweld en kindermishandeling) zijn in 2018 met lokale partners geïmplementeerd, om zo een goed werkende veiligheidsketen te realiseren.
- In 2018 is er ook veel aandacht uitgegaan naar versterking van het lokale netwerk van vrijwilligers en professionals, als randvoorwaarde om beter en eerder problematiek te kunnen signaleren, zoals dementie en (psychische) kwetsbaarheid (bijvoorbeeld Duursaam).
- Het uitvoeringsprogramma Armoedebeleid is op veel onderdelen tot praktische uitvoering gekomen, zoals de versterking van de Stichting Leergeld.
- Het sociaal domein wordt voortaan aan de voorkant betrokken bij het opstellen van startnotities voor ontwikkellocaties. In de startnotities is hiertoe het onderdeel Wonen en zorg toegevoegd. Hiermee wordt de focus gelegd op het benutten van concrete kansen om innovatieve woonzorgconcepten te realiseren zoals De Molen en de Geer.
- De pilot evenementenfonds is van start gegaan.
Twee grote vernieuwingsprojecten zijn in 2018 tot een eerste afronding gekomen:
- De lokale netwerk-alliantie van de 'Houtense Werktafel' heeft zich ontwikkeld door de eerste pilots in 2017 en heeft zich in 2018 verder verbreed. Hierdoor zijn ook op het gebied van werk (betaald en onbetaald) een aantal 'Houtense routes naar Werk' ontstaan. Deze routes voldoen aan de behoeften van zowel ondernemers als inwoners waardoor men elkaar makkelijker en beter weet te vinden. De Houtense Werktafel is eind 2018 geëvalueerd als opmaat naar een follow up in 2019.
- Het project Sterke Buurten 2017-2018 is erop gericht de samenredzaamheid in Houten te versterken. In 2018 is gewerkt aan de versterking van het lokale netwerk van inwonersinitiatieven en initiatiefversterkers. In 2019 zal hier een vervolg aan gegeven worden, zoals omschreven in het collegeprogramma.
Niet gerealiseerde prestaties
De ervaring heeft geleerd in 2018, dat implementatie van beleid meer tijd en aandacht vergt, dan soms voorzien. Daardoor zijn geplande prestaties niet altijd tijdig gerealiseerd. Ook is de registratie van deze acties niet altijd zodanig, dat dit een goed beeld geeft van de daadwerkelijke realisatie. Zo is er in 2018 veel voortgang geboekt op doorverwijzingen van het sociaal team naar de 0e lijn. Echter, de registratie hiervan was in 2018 nog niet helemaal op orde. Bovendien wordt er in de praktijk door meer instanties en op meer manieren doorverwezen (denk bijvoorbeeld aan de doorverwijzingen van huisartsen) dan uit de registraties van alleen het sociaal team valt op te maken.
Het uitwerken van de opdracht zorgcoördinatie had meer voeten in de aarde dan vooraf voorzien. De opdracht betreft niet alleen een ontwikkelopdracht voor het sociaal team, maar er is ook een kostenbeheersingsopgave aan verbonden vanuit de taskforce inhoud gestuurde kostenbeheersing. Deze is met voorrang opgepakt. Bovendien heeft de opdracht ook een regionale component gekregen, waarmee de positie van de sociale teams ten opzichte van aanbieders versterkt kan worden.
Ook de uitvoering van de cultuurnota heeft in 2018 meer tijd gekost dan voorzien, om de benodigde randvoorwaarden voor de uitvoering ervan te creëren. Zo zijn er extra budgetten verworven via co-financieren (Age Friendly Cities). Hoewel de realisatie van deelname aan jeugdcultuurfonds en jeugdcultuurpas in het eerste jaar (2018) veelbelovend waren, zijn de aannames vooraf wellicht te optimistisch geweest.
Bij sommige ontwikkelingen hebben we door de context pas op de plaats moeten maken: In U16-verband is bijvoorbeeld verzocht om de ontwikkeling van een time-outvoorziening in het kader van beschermd Wonen (Pitstop) nog even aan te houden.
Naar verwachting zal de ontwikkeling van beschutte werkplekken in overeenstemming met de landelijke trend ook in Houten achterblijven.
Hoe hebben de gerealiseerde prestaties bijgedragen aan de beoogde maatschappelijke effecten?
Het is belangrijk om te benadrukken dat de hele informatievoorziening en ook de indicatorenset voor Samenleving nog in ontwikkeling zijn. Dat is niet alleen lokaal, maar ook landelijk het geval.
Het is het onderdeel van het werk om doelen en indicatoren steeds beter uit te werken en te concretiseren, vooral ook daar waar het gaat om nieuwe ontwikkelingen zoals deze aan de orde zijn bij de decentralisaties in het sociaal domein. We willen werkenderwijs leren steeds beter te specificeren aan welke criteria de gewenste resultaten moeten voldoen. Ten opzichte van 2017 hebben we daar in 2018 stappen in gezet, onder meer door deelname van het team Samenleving aan een pilot ‘Informatiegestuurd werken’.
Op dit moment wordt in gezamenlijkheid door VNG, SCP, CBS en gemeenten verkend hoe we als (lokale) overheid beter vat kunnen krijgen op het monitoren van de transformatieopgave. In Lekstroomverband worden hiertoe in 2019 ook stappen gezet. Het klantervaringsonderzoek jeugd en Wmo zal de komende jaren ook een verdere ontwikkeling doormaken. Ook hier wordt landelijk een inspanning op gepleegd. Houten bereidt zich in 2019 voor op deelname aan de pilot ‘Ervaringswijzer’ waarbij continu klantervaring wordt gemeten met behulp van een app. Verschillende gemeenten waaronder Utrecht en Amersfoort hebben reeds gekozen voor deze aanpak.
Veel prestaties die we in 2018 geleverd hebben zijn voorwaardenscheppend voor opbouw van de nieuwe lokale infrastructuur die moet bijdragen aan de beoogde maatschappelijke effecten, gericht op zelfredzaamheid en participatie. Voorbeelden hiervan zijn het project de Houtense Werktafel; het project Sterke Buurten (met integrale aandacht voor het centrum), de doorontwikkeling van het sociaal team (onder andere professionalisering); buurtgezinnen; de Houtense Route waarin de verbinding tussen formele en informele zorg wordt gelegd.
Samenvattend kunnen we stellen dat we goed op koers zitten voor wat betreft de transformatie in het sociaal domein, maar dat we ook nog substantiële stappen hebben te zetten (bijvoorbeeld meer integrale lokale dienstverlening; ambulantisering). De financiële tekorten vereisen bovendien extra maatregelen, om ervoor te zorgen dat we de schaarse middelen zodanig inzetten, dat we ook op termijn passende ondersteuning kunnen blijven bieden.